De kaart van Mercator uit 1569 is speciaal gemaakt voor zeevaarders: op deze kaart kan de stuurman door het trekken van rechte lijnen zijn koers uitzetten.
Zoals je weet is de aarde een bol. Het is onmogelijk om op een plat vlak (een kaart dus) een bol precies af te beelden. Bij de scheepvaartkaart van Mercator klopt bijvoorbeeld de richting wel, maar niet de grootte van de landen. Landen die in het noordelijk of het zuidelijk gedeelte van de aardbol liggen worden veel groter afgebeeld. Hij heeft deze projectie slechts voor één grote kaart gebruikt. Later hebben wel veel cartografen gebruik gemaakt van zijn manier van afbeelden.
Kaarten maken: hoe worden kaarten gemaakt?
Kaartenmakers hebben verschillende manieren om toch de hele aarde af te beelden op een plat vlak. We noemen dit de verschillende projecties.
Stel je hebt een sinaasappel met daarop een globe afgedrukt. Het is niet mogelijk om van de globe een aaneensluitende landkaart te maken. Je krijgt zoiets als bovenstaande afbeelding. Om er een kaart van te maken zul je bepaalde gebieden kleiner of groter moeten maken. Cartografen doen dit op verschillende manieren.
Linksboven: Mercator-projectie
Rechtsboven: Peters-projectie
Rechts: Robinson-projectie
Met behulp van de Mercator-projectie kun je precies de richting bepalen. Met de Peters-projectie kun je de juiste groottes van landen of werelddelen zien. De Robinson-projectie is een tussenvorm.