Soorten kaarten

Je kunt bijvoorbeeld de volgende dingen uit een kaart in een atlas leren:
•    waar een bepaalde plaats ligt
•    hoever het van de ene stad naar de ander is
•    via welke weg je daar kunt komen
•    wat voor soort landschap daar voorkomt
•    Informatie over het land of gebied

Op een kaart kun je echter niet alle informatie over een gebied (stad, provincie, land enz.) zetten. In een atlas zie je daarom veel kaartjes die slechts enkele onderwerp duidelijk maken.
Thematische kaarten zijn kaarten die maar één onderwerp duidelijk maken: het landschap, natuurgebieden, het klimaat, wegen, spoorwegen, bevolkingsdichtheid, geloof, grondsoorten, industrie, landbouwproducten enz. enz.
Bij landkaarten staat een soort uitleg of legenda. Hierin wordt duidelijk gemaakt wat bepaalde kleuren, lijnen en kleine tekeningen betekenen.

Doel bereiken: diverse methodes om hetzelfde doel te bereiken

 

Schaal
Alleen op een kaart waarop maar een klein gebied staat, kun je echt weergeven wat je in werkelijkheid ziet. Als bijvoorbeeld 1 cm op de kaart 100 meter is, kun je de huizen door kleine stipjes weergeven, alle wegen en paden weergeven, de straatnamen vermelden en de bijzondere gebouwen weergeven. Een kaart waar dat allemaal op staat heet een topografische kaart.
1 cm op die kaart is in werkelijkheid 10.000 cm.  We zeggen dan dat de schaal van die kaart 1 : 10.000 is, oftewel 1 op 10.000. Een autoweg van 10 meter breed wordt op de kaart 1 millimeter breed.
Wegenkaarten hebben een grotere schaal bijvoorbeeld 1 : 100.000. Dat wil zeggen dat die weg van 10 meter breed op de kaart 0,1 millimeter breed zou moeten worden. Dat is bijna niet te zien. Daarom maakt de kaartenmaker de weg op de kaart breder, bijvoorbeeld ook een millimeter. De kaart is bedoeld om de weg te vinden, dus laat hij alleen de opvallende dingen van het landschap zien, zoals rivieren, spoorwegen, kerktorens en molens.

Schaalverdeling: Kaarten en plattegronden zijn op schaal getekend