Bomen, net als andere groene planten, algen, wieren en sommige bacteriën, gebruiken de energie van licht om koolstofdioxide en water om te zetten in suiker (glucose). Dit proces heet fotosynthese en vindt bij planten plaats in de groene bladeren.
Een bijproduct van dit proces is zuurstof. De meeste niet-plantaardige organismen hebben zuurstof nodig om te kunnen bestaan. De planten gebruiken de glucose als bron van energie voor de aanmaak van bladeren, fruit en zaden. Ook gebruiken planten de glucose voor hun celwanden. De planten maken veel meer cellulose aan dan zij nodig hebben. Dit overschot zetten ze om in zetmeel en andere koolhydraten.
Fotosynthese: hoe een plant glucose en zuurstof maakt
Mensen en andere dieren hebben glucose nodig als bron van energie. Zij kunnen die glucose niet zelf aanmaken en hebben de glucose nodig die planten maken. Daarnaast hebben zij de zuurstof nodig die de planten produceren. Bomen die niet verbranden slaan de kooldioxide uit de atmosfeer op.
Koolstofkringloop
Als die bossen miljoenen jaren onder de grond blijven kunnen ze veranderen in fossiele brandstoffen. Deze brandstoffen, zoals, olie en gas, vormen de basis van de huidige welvaart van de mensheid.