Wat is een bos?

Eén boom vormt nog geen bos. Met twee bomen heb je ook nog altijd geen bos. Het is moeilijk aan te geven hoeveel bomen een bos vormen. Maar al snel vormt een groep bomen een omgeving die alle kenmerken van een bos heeft. Er groeit mos, er komen be­paalde planten en struiken, grassen, algen, vogels, insec­ten, padde­stoe­len en andere levens­vormen voor die typisch voor een bos zijn.

Al deze levensvormen reageren op elkaar en op de omgeving.


Een bos is opgedeeld in lagen. De bovenste laag van een bos is het dak en bestaat uit de kronen van de grootste bomen. Daaronder is de laag van struiken en jonge bomen die wachten op ruimte in het dak om voluit te kunnen groeien.

Op de grond leven planten en kruiden. De planten in deze laag zijn aangepast aan weinig licht. Vaak bloeien ze vroeg in de lente voordat de bladeren aan de twijgen van de bomen spruiten. In de zomer verdwijnen deze planten als de brede zomerbladeren van de bomen al het licht opvangen.

Hoe werkt een ecosysteem?: dieren en planten hebben elkaar nodig

De laag daaronder bestaat uit mossen en korstmossen en algen en zwammen. Zij leven op de bodem, op afgevallen bladeren en ander afval of op de stammen van bomen en struiken. De laag van dode bladeren en afval op de bodem van het bos verandert in vruchtbare aarde onder invloed van licht, wind en regen en micro-organismen, insecten en wormen. Het nog slechts gedeeltelijk verteerde afval slaat vocht op. De bodem van het bos bestaat uit een mengeling van organisch materiaal en mineralen. Hierin zijn de bomen en planten van het bos geworteld. En dit organische materiaal vormt ook de bron van voedsel voor de bomen en planten. De bodem van het bos is vaak minder vruchtbaar dan andere bodems omdat bomen de meeste stikstof uit de bodem halen.

Ondergrondse beestjes

Je vindt nergens zoveel verschillende levensvormen als in een bos. Dit heeft een eenvoudige oorzaak. Een boom op zich schept al een omgeving waarin andere dieren zich kunnen koesteren. Zonder de bladerkroon zouden insecten en vogels geen ruimte hebben. En onder het bladerdak ontstaat een beschutte omgeving die allerlei levensvormen beschermt tegen kou en hitte. Daarnaast zorgen de bladeren en de vruchten van de boom voor voedsel waar ontelbare verschillende dieren van kunnen leven.

Dieren die in een berk wonen