Na het maken van deze leeractiviteit heb je het volgende geleerd:
Je weet ...
• Je weet wat insecten zijn.
• Je kent de namen van verschillende insecten.
• Je weet wat een determinatietabel is en hoe je die moet gebruiken.
• Je weet waaruit de levensloop van een insect kan bestaan.
• Je weet welke insecten er in de omgeving van je school voorkomen.
Je kunt ...
• Je kunt een plan maken om insecten te vangen.
• Je kunt goed en zorgvuldig waarnemen (observeren).
• Je kunt een dier determineren.
• Je kunt een inventarisatie (overzicht) maken.
• Je kunt samenwerken met andere leerlingen.