Na het maken van deze leeractiviteit heb je het volgende geleerd:
Je weet ...
• dat je informatie uit schema’s kunt aflezen en informatie kunt ordenen in schema’s.
Je kunt ...
• informatie uit verschillende schema’s (woordweb, tijdbalk, oorzaak-gevolgschema) aflezen.
• met behulp van deze informatie een logisch verhaal construeren.
• informatie uit een zelf verzonnen verhaal ordenen in een woordweb, een tijdbalk en een oorzaak-gevolgschema.