Fluitenkruid

Namen
Nederlands: Fluitenkruid (Fluitekruid)
English: Cow parsley (Wild chervil, Bur chervil, Keck)
Deutsch: Wiesen-Kerbel
Wetenschappelijk: Anthriscus sylvestris
Familie: Schermbloemenfamilie, Apiaceae

Beschrijving
Afmeting: 60 cm tot 1,5 meter.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Mei en juni.
Wortels: Een penwortel.
Stengels: De stengels zijn bovenaan vrijwel kaal. Onderaan groeien op de ribben korte, teruggerichte haren.
Bladeren: De dofgroene bladeren zijn 2 tot 3-voudig geveerd. De deelblaadjes zijn langwerpig toegespitst. De bladscheden zijn dicht behaard op de ribben en aan de randen wollig gewimperd.
Bloemen: De witte, 3 tot 4 mm grote bloemen vormen samen schermen met 4 tot 15 stralen zonder omwindsel. Er zijn 4 tot 8 omwindselblaadjes van 2 tot 5 mm lengte. Ze zijn breed langwerpig, plotseling lang toegespitst en aan de rand gewimperd. De randbloemen zijn enigszins stralend. De kroonbladen zijn afgerond of afgeknot. De bloemsteel heeft onder de vrucht een krans van korte stekelharen.
Vruchten: De zwarte of bruine, sigaarvormige vruchten zijn 0,7 tot 1 cm lang, glad en met een korte snavel. Aan de voet zijn ze borstelig behaard.

Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot zeer voedselrijke grond (zand, leem, zavel en klei).
Groeiplaatsen: Bermen, dijken, grasland, heggen, bosranden, loofbossen, parkbossen, lanen, grienden, waterkanten, braakliggende grond, plantsoenen, ruige grasvelden en ruig rietland.

Eetbaar
Eetbare delen: Het blad is het best eetbare deel.
Smaak: peterselie/selderij. Vooral het blad is lekker in het voorjaar (voor de bloei plukken).
Wetenwaardigheid: Van de bloemstengels werden in het verleden fluitjes gesneden. Hier heeft de plant zijn naam aan te danken.
Blad: Het blad is heerlijk in wilde groentesoep, salade (gekookt) of andere groentegerechten.