Na het maken van deze leeractiviteit heb je het volgende geleerd:
Je weet ...
• hoe je moet uitleggen wat de verschillen zijn tussen het Nederlands van rond 1500 en het Nederlands van nu.
• hoe je moet uitleggen wat de verschillen zijn tussen het Nederlands van rond 1900 en het Nederlands van nu.
• hoe je moet uitleggen hoe taal verandert en voorbeelden geven.
Je kunt ...
• discussiëren over de vraag of je een middeleeuwer zouden kunnen verstaan.
• een debat voorbereiden en voeren.
• met argumenten aangeven of je taalverandering goed vindt of niet.
• een tekst herschrijven in de taal van een bepaalde periode.
• elkaar tips en complimenten geven over het werk.