Intro

Bij een akkerbouwer ga je compost uitrijden. Je gebruikt hiervoor een breedstrooier. Je rijdt veilig en verantwoord over de openbare weg naar het perceel. De mest moet uitgereden worden op een perceel bouwland. De hoop compost ligt op het perceel dat je moet strooien. De hoeveelheid compost per ha wordt bepaald door de akkerbouwer. Aan de hand van je ervaring stel je de snelheid van de bodemketting in. De wagen wordt geladen met een hydraulische kraan. Je gebruikt piketten om aan te geven waar je moet rijden. Na de eerste wagen controleer je of de goede hoeveelheid verstrooid wordt. Bij het laden van de wagen, zet je de wagen zo neer dat de kraan er gemakkelijk bij kan.

Je zorgt voor een goede aansluiting van de werkgangen en begint en stopt het bemesten op de juiste plaats, zonder te overlappen of stukken over te slaan. Na afloop maak je de strooier grofweg schoon, zodat er geen compost op de weg valt. Daarna rijd je terug naar het loonbedrijf en maak je de machine nauwkeurig schoon. Je smeert de machine zonodig door en plaatst de machine terug op zijn plaats. Daarna koppel je de trekker af. Je vult de nodige papieren in voor de administratie.