Bij een veehouder ga je dunne mest uitrijden. De mest moet uitgereden worden op een perceel enkele kilometers van het bedrijf. De hoeveelheid mest per ha wordt bepaald door de veehouder.
De gegevens voer je in de computer in, zodat de juiste hoeveelheid drijfmest verpompt wordt naar de verdeler. Dit is afhankelijk van de rijsnelheid. Hierna vul je de tank van de bemester met vooraf goed gemengde drijfmest. Je rijdt veilig en verantwoord over de openbare weg naar het perceel. Je begint in de verste hoek het weiland te bemesten. Hierdoor hoef je niet over al bemest weiland te rijden. Je houdt ook rekening met de mestvrije zone langs sloten.
Je controleert regelmatig de hoeveelheid drijfmest per ha. Ook controleer je of de mest goed in de grond en tussen het gras geplaatst wordt. Zo niet, dan probeer je dat direct te veranderen. Bij het hervullen van de tank zorg je ervoor dat de openbare weg niet vervuild wordt. Ook houd je goed rekening met de veiligheid van overige weggebruikers. Je zorgt voor een goede aansluiting van de werkgangen. Je start en stopt het bemesten op de juiste plaats, zonder te overlappen of stukken over te slaan.
Na afloop rijd je terug naar het loonbedrijf. Daar maak je het werktuig schoon, smeert het zonodig door en plaatst het terug op zijn plaats. Dan koppel je de trekker af.