Na het maken van deze leeractiviteit heb je het volgende geleerd:
Je weet ...
• dat bij verschillende leeftijden een verschillend uiterlijk en een verschillende leefstijl hoort.
• dat leeftijden die dicht bij elkaar liggen ook dicht bij elkaar op de tijdbalk moeten staan en leeftijden die ver van elkaar af liggen dit ook op de tijdbalk doen.
Je kunt ...
• je een voorstelling maken van het uiterlijk en de leefstijl die bij verschillende leeftijden horen.
• leeftijden op de juiste (geschatte) plaats op een tijdbalk zetten.
• ideeën uitwisselen door middel van een brainstorm (samen – alleen).
• een plan maken voor een tijdbalk waarop de leeftijden op de juiste (geschatte) plaats staan.
• een korte, mondelinge beschrijving geven van je leven op een bepaalde leeftijd.