Opdrachten §4

1. In het Caribisch gebied valt het orkaanseizoen in de maanden juni tot november. Langs de Oost-Afrikaanse kust valt het orkaanseizoen in een andere periode.

a. Hoe komt het dan dat het orkaanseizoen in het Caribisch gebied van juni tot en met november duurt?

b. Waarom valt het orkaanseizoen langs de Oost-Afrikaanse kust op een ander moment?

c. Welke maanden zijn dit?

 

2. Op welke drie manieren veroorzaken orkanen grote schade?

 

3. De gevolgen van orkanen kunnen modderstromen en overstromingen zijn.

a. Streep de onjuiste schuingedrukte woorden door: Een modderstroom wordt veroorzaakt door hevige regen/harde wind. Het regenwater vermengt zich met de losse grond/het gesteente. Op hellingen/in vlakke gebieden beweegt de modder naar beneden.

b. Bedenk twee manieren waarop gebieden overstroomd kunnen raken.

 

Herhalingsopdracht §2 t/m 4

 

Vul de volgende woorden op de juiste plek in. Kies uit:

• aardbeving • aardmantel • centimeters • continenten • dezelfde • lage breedte • minder • natuurrampen • tsunami • verschillend • voorspellen • warm zeewater.

 

Aardbevingen en vulkanisme komen voor aan de rand van ……………. Deze drijven op de …………….. , die vloeibaar is. Dat gaat met een snelheid van enkele …………………. per jaar. Als continenten langs elkaar schuiven, ontstaan er trillingen. Deze trillingen voel je als een …………………. Wanneer dit op de zeebodem plaatsvindt, kan er een ……………. ontstaan. Vulkanisme komt op ………………. plaatsen voor als aardbevingen en is …………….. gevaarlijk dan aardbevingen, omdat vulkaanuitbarstingen beter te ………………….. zijn.

Tropische orkanen worden veroorzaakt door ……………………… . Ze komen daarom alleen op ……………………….. voor. Aardbevingen, vulkanisme en tropische orkanen zijn ………………………... De gevolgen hiervan zijn ……………………. in rijke en arme landen.

 


Extra opdracht hoofdstuk 4 §3 Overstroomd!

 

In 2000 werden Mozambique, Zambia en Zimbabwe getroffen door de orkaan Eline. Behalve de krachtige wind en hoge golven viel er ontzettend veel regen. Het water in de rivieren steeg plotseling met meer dan zeven meter, en grote gebieden raakten overstroomd; meer dan 300.000 mensen raakten dakloos.

 

a. Bekijk de kaarten GB 147 en 149 (GB 162 en 165). Welke vier grote rivieren stromen door Zambia, Zimbabwe en Mozambique?

 

b. Waar heeft men meer last van de overstromingen: in Zimbabwe of Mozambique?

 

c. Verklaar je keuze.

 

d. Waar ligt het laagste deel van Mozambique: in het noorden of het zuiden?

 

e. In welk deel van Mozambique heeft men de meeste last van overstromingen: in het noorden of het zuiden?

 

f.  In welke maand van het jaar 2000 zal deze orkaan hebben plaatsgevonden: in februari of in augustus? Verklaar je keuze!

 

 


Opdracht: overstroomd! (atlas nodig)