Gebruik de atlas bij de opdracht.
1a. Streep in de volgende tekst de onjuiste schuingedrukte woorden door. In Nederland hoeven we niet bang te zijn voor zware/lichte aardbevingen. Aardbevingen in Nederland ontstaan bij breuken/troggen in de Nederlandse ondergrond. Doordat de aardkorst van Nederland langzaam daalt, ontstaan er in het zuidwesten/zuidoosten van Nederland aardbevingen.
1b. Zoek in GB 39 (GB 43) Tiel en Roermond op en leg een liniaal precies over beide plaatsen. Zoek nu langs de liniaal Uden en Meyel op. Wat valt je op aan deze vier plaatsen waar aardbevingen hebben plaatsgevonden?
1c. Verklaar nu waarom bij deze plaatsen aardbevingen voorkomen.
1d. Bekijk kaart Gb 40A (GB 45A) en zoek in de kaart de 'breuken' op. Controleer of je conclusie in c correct is.