Opdrachten §6

Extra opdracht hoofdstuk 4 §6. Na de ramp in India.

 

Lees het artikel hieronder en beantwoord daarna de vragen.

 

Ramp laat India koud

De aardbevingsramp in de Indiase deelstaat Gujarat, die op 26 januari 2001 plaatsvond, heeft tot dusver 16 435 mensen het leven gekost. Bijna 230 000 woningen zijn compleet verwoest. Vooral de stadsbewoners in hun stenen huizen en flats zijn getroffen. De lemen hutten op het platteland veroorzaakten minder slachtoffers. Het werkelijke aantal slachtoffers zal wel nooit helemaal bekend worden. De schattingen variëren van ‘tienduizenden’ tot driehonderdduizend, omdat de media “sterke verhalen” zonder meer geloven en verspreiden.

 

De aardbeving in India betekent ook economisch gezien een ramp voor het gebied. Gujarat is een geïndustrialiseerde deelstaat. Maar nu verlaten veel geschoolde werknemers hun woonplaatsen. Ze zijn bang voor nieuwe aardbevingen, en trekken weg om nooit terug te keren.

 

De Indiase regering heeft aan de grote steden steun toegezegd. Omdat India een arm land is, zal die steun onvoldoende zijn om de schade te herstellen. India rekent op steun uit het rijke westen. Inderdaad stromen hulpverleners en hulpgoederen uit de hele wereld toe. De slachtoffers in Gujarat hebben echter het gevoel dat ze door hun eigen regering en de rest van het land in de steek worden gelaten. Op 26 januari, de dag van de ramp, liet de regering de feestelijkheden van Republican Day gewoon doorgaan. Het hele kabinet genoot in de hoofdstad Delhi van de show van tanks, straaljagers en helikopters. Pas na drie dagen bezocht de minister-president het rampgebied. Op de tv gaan de spelletjesprogramma's en de Miss-verkiezingen gewoon door. In Gujarat is een ramp gebeurd, maar het lijkt de Indiërs weinig te doen.

 

Bron:  Weekkrant NRC, 5 februari 2001, bewerkt

 

a. Vul onderstaande tabel in met gegevens over de aardbevingsramp.

 

Waar?

Wanneer?

Aantal slachtoffers

Hoeveelheid schade

 

 

 

 

 

b. Hoe komt het dat het juiste aantal slachtoffers niet bekend is?

 

c. Waarom heeft de ramp ook economische gevolgen?

 

d. Wie hebben het meest te lijden onder de ramp: de boeren of de stadsbewoners?

 

e. Waar komt de meeste hulp vandaan: het buitenland of de regering van India?

 

f. Waarom is het voor de regering van India moeilijk om veel hulp te geven?

 

g. De regering heeft niet veel medelijden met de bewoners van het rampgebied. Waaruit blijkt dat?

 

h. Wat vind je van die houding van de regering?

 

 


Opdracht 3: Na de ramp in India