Hoofdstuk 1:
Bedrijfsvisie over gebruik chemische bestrijdingsmiddelen in het bedrijf.
Hierin staat beschreven hoe het bedrijf denkt over het gebruik van landbouwbestrijdingsmiddelen. Je kunt denken aan zaken als:
Het gebruik in relatie tot de concurrentiepositie van het bedrijf
De toepassing door elke werknemer of door vakspecialisten
De verplichte en de vrijwillige scholing van het personeel op het gebied van landbouwbestrijdingsmiddelen
Idem voor de verantwoordelijke bedrijfsleider(s).
Positie van de bestrijdingsmiddelen in de VCA-certificering van het bedrijf (indien aanwezig).
Eventuele te houden toolboxmeetings.
De verstrekking van veiligheidsinformatie voor het eigen personeel
De advisering aan de klanten, wie mag zich hiermee bemoeien, honoreer je elk verzoek, of bied je ook alternatieven?
De toepassing van bestrijdingsmiddelen op verzoek van de klant.
De persoonlijke bescherming van de toepasser, de bescherming van de klant, de bescherming van niet-geautoriseerde werknemers.
Je zult hiervoor misschien de verantwoordelijke personen in het bedrijf moeten intervieuwen om aan de weet te komen welke bedrijfsvisie men er op na houdt. Vaak bestaat die wel in het hoofd van de mensen, maar aan jou de taak om dit nu eens op papier te zetten.