Opdracht 1:
Opgave melkafrekening
Gegeven van een melkveebedrijf:
Geleverde melk: 500.000 kg
50% zomermelk zomermelkkorting: € 2,- per 100 kg
50% wintermelk wintermelktoeslag € 3,50 per 100 kg
vet % -age 4,3 %
eitwit %-age 3,7 %
Vetprijs: € 3,80 per kg
Eiwitprijs € 5,10 per kg
Negatieve grondprijs: € 3,50 per 100 kg
dividend op aandelen A: € 0,20 per 100 kg
vaste kosten melkafrekening: 26 stuks à € 60,- per stuk.
Nabetaling: € 9.500
BTW %-age 6 %
Heffing PZ € 0.04 per 100 kg
Heffing melkveehouderij € 0.03 per 100 kg
Heffing gezondheidsdienst € 0.04 per 100 kg
Bereken het netto melkgeld van dit bedrijf in het betreffende jaar.
Gebruik de tabel “opbouw van de melkprijs” uit het arrangement als voorbeeld.
Opdracht 2:Melkprijs berekenen
Bereken met behulp van figuur de melkprijs per kilogram bij een verhoging van de eiwitprijs van € 0,09 per kilogram.
Hoe komt de eiwitprijs tot stand?
Bereken het verschil in prijs per kg melk tussen zomer- en wintermelk met de gehaltes van het voorbeeld.
Opdracht 3: Eiwitgehalte
Kijk naar de gevolgen van een verhoging van het eiwitgehalte van de melk. Maak gebruik van de gegevens uit de melkafrekening.
Een veehouder wil het eiwitgehalte met 0,10% op jaarbasis verhogen. Hoeveel brengt dit extra op per jaar?
Het krachtvoergebruik is 30 kg per 100 kg melk. Als hij ander krachtvoer nodig heeft om het eiwitgehalte te verhogen, hoeveel mag dat krachtvoer dan op z’n hoogst meer kosten per kg?
Opdracht 4:Vetgehalte
Gebruik weer de gegevens uit de melkafrekening. Het vetgehalte is ook van belang voor het financieel resultaat. Stel dat het vetgehalte daalt van 4,40% naar 4,30%. Voorschrift is dat bij een verandering van 0,1% vet een verandering van 1800 kg melk is toegestaan. De veehouder betaalt geen superheffing en er is geen sprake van verevening. Hoeveel melk mag de veehouder extra leveren?
Kosten
In deze leereenheid komen de kosten op een melkveebedrijf aan de orde.
Hieronder staan de gegevens van een voorbeeldbedrijf,dat we bij deze leereenheid regelmatig zullen gebruiken.
Iedereen krijgt in het dagelijks leven met kosten te maken. Denk maar aan de uitgaven voor je hobby of sport- vereniging. Voor een veehouder zijn de kosten erg belangrijk. Die bepalen voor een groot deel of je een redelijk inkomen kunt verkrijgen.
Definitie
Kosten zijn de in geld uitgedrukte offers die voor de productie in een bepaalde periode noodzakelijk zijn.
De kosten kun je indelen in toegerekende en niet-toegekende kosten
• toegerekende kosten zijn rechtstreeks toe te rekenen aan het productieproces;
• niet-toegerekende kosten zijn niet toe te rekenen aan het productieproces.
Schematische weergave kosten melkveehouderij
Toegerekende kosten
a. Veekosten
1. Voerkosten (aangekocht voer)
2. Kosten gezondheidszorg
3. Overige veekosten
b. Kosten grasland/voedergewas
1. Kosten bemesting/herinzaai
2. Loonwerkkosten
3. Kosten maisteelt
Niet toegerekende kosten
Dit zijn de kosten van grond,gebouwen,werktuigen, arbeid en algemene kosten.
In dit arrangement wordt daar geen aandacht aan besteed.
Voerkosten:
De voerkosten zijn:
– krachtvoer voor melkkoeien en jongvee,
– aangekocht ruwvoer,
– kalvermelkpoeder voor jonge kalveren,
– eventuele natte krachtvoeders.
Schoolopdracht 1:Kosten krachtvoer
Gebruik de gegevens uit voorbeeldbedrijf en beantwoord de volgende vragen. Het
krachtvoergebruik van het jongvee is 0,5 kg per dier per dag. Maak gebruik van KWIN.
a Hoe hoog zijn de totale krachtvoerkosten op dit bedrijf?
b Hoe hoog is het krachtvoergebruik per 100 kg?
c Hoe hoog zijn de krachtvoerkosten per 100 kg?
d Geef een beoordeling van de hoogte van de uitkomsten.
Schoolopdracht 2: Kosten kalvermelkpoeder
Maak gebruik van KWIN.
a Hoe hoog worden de kosten van de totale melkpoederaankoop?
b Hoe hoog zijn de kosten melkpoeder per 100 kg melk?
Kosten gezondheidszorg
Na de voerkosten kijk je naar de kosten voor gezondheidszorg. Hiervoor is een norm,
die je vindt in KWIN.
Schoolopdracht 3 : Kosten gezondheidszorg
a Bereken de kosten gezondheidszorg per 100 kg melk.
b Bij welke omstandigheden kunnen de kosten per 100 kg melk stijgen?
Overige toegerekende kosten
Als laatste van de veekosten kijk je naar de overige toegerekende kosten. Deze bestaan
uit de kosten van stro en strooisel, scheren en klauwverzorging, dekgeld en
melkcontrole.
Toegerekende kosten: kosten grasland en voedergewassen
Het tweede gedeelte van de toegerekende kosten is gebonden aan grasland en
voedergewassen. Deze kosten bestaan uit kosten van bemesting, kosten van
herinzaai, loonwerk en afrastering en kosten van teelt van de eigen maïs.
Kosten van bemesting
In KWIN vind je de norm voor de prijs per kg stikstof. Daarnaast is voor het grasland
een aantal andere meststoffen nodig, zoals kalk, kieseriet, magnesiet. Deze kosten
bedragen voor zandgrond € 63,- per ha. Op andere grondsoorten zijn minder overige
meststoffen nodig.
Schoolopdracht 4: Kosten bemesting
Hoe hoog zijn voor het voorbeeldbedrijf de bemestingskosten voor het grasland per
100 kg melk?
Kosten van herinzaai, loonwerk en afrastering
De loonwerk- en afrasteringskosten vatten we samen. We gaan ervan uit dat het
bedrijf 10% van het grasland jaarlijks vervangt door herinzaai. Dit kost per ha € 750,-
. De overige loonwerkkosten zijn nogal wat hoger. Voor de voederwinning van gras
en het verspreiden van rundveedrijfmest wordt de loonwerker ingeschakeld. Inkuilen
kost € 1.800,-. Het verspreiden van de 740 m3 mest via zodebemesting kost € 3.620,-
.
Per stalperiode wordt per koe 10 m3 mest geproduceerd; met de mestproductie van
het jongvee hierbij opgeteld, kom je op een totale mestproductie van 740 m3.
De kosten voor afrastering zijn volgens de norm € 38,50 per ha per jaar.
Schoolopdracht 5: Kosten berekenen
a Hoe hoog zijn de kosten van herinzaai per 100 kg melk?
b Hoe hoog zijn de loonwerkkosten per 100 kg melk?
c Hoe hoog zijn de kosten van afrastering per 100 kg melk?
Kosten van maïsteelt
De toegerekende kosten van 1 ha maïsteelt zijn € 1.265, -. Hieronder vallen alle
middelen die je nodig hebt, zoals zaaizaad, bemesting en spuitmiddelen. Verder wordt
alles in loonwerk uitgevoerd, ook het hakselen en transport.
Schoolopdracht 6: Kosten maïsteelt
Bereken de kosten van de eigen maïsteelt per 100 kg melk.
Schoolopdracht 7:Totaal toegerekende kosten
Bereken het totaal van de toegerekende kosten per 100 kg melk.
Schoolopdracht 8:
Toegerekende en niet toegerekende kosten
Noem twee voorbeelden van toegerekende kosten op een melkveebedrijf.
Noem twee voorbeelden van niet-toegerekende kosten op een melkveebedrijf.