Opbrengsten vs ontvangsten; kosten vs uitgaven
Op het bedrijf komt via de bank regelmatig geld binnen, bijvoorbeeld uit de verkoop van producten. Deze inkomsten zijn niet gelijk aan de opbrengsten over die periode.
Wat zijn precies opbrengsten?
Een voorbeeld om dat duidelijk te maken.
Voorbeeld
Aan het begin van het boekjaar heeft een veehouderijbedrijf:
• € 10.000,- aan vorderingen,
• € 5.500,- aan voorraad eindproducten.
Deze inkomsten zullen in de loop van het boekjaar binnenkomen. Als opbrengst moeten ze echter bij het vorige boekjaar gerekend worden.
Aan het einde van het boekjaar heeft hetzelfde bedrijf:
• € 6.500,- aan vorderingen,
• € 4.500,- aan voorraad eindproducten.
Beide posten worden bij de opbrengsten van het af te sluiten boekjaar geteld, ofschoon ze nog niet ontvangen zijn.
Op vergelijkbare manier werkt het bij de kosten. Onbetaalde nota's op 1 januari 2009 mogen niet als kosten voor dat jaar worden gerekend als ze betaald worden. Onbetaalde nota's op 31 december 2009 moeten wel bij de kosten van 2009 gerekend worden,ook al zijn ze niet betaald.
In onderstaande opdrachten kun je oefenen met deze lesstof.
Opdrachten:
Klik op onderstaande link en maak de opdrachten.
Bij veehouderijbedrijven, in het bijzonder in de varkenshouderij en de rundveehouderij, is nog een factor van invloed op de opbrengsten. Als de waarde van de veestapel aan het einde van het jaar hoger is dan aan het begin van het jaar, dan levert je dat geen inkomsten op, maar het zijn wel opbrengsten. Deze vallen onder
de post aanwas. De post aanwas is dus de toename van de waarde van de veestapel. Om deze post goed te berekenen heb je normen nodig.
Aanwas
Een melkveehouder heeft aan het begin van het boekjaar 74 melkkoeien en 65 stuks jongvee. Aan het einde van het boekjaar zijn dit 78 melkkoeien en 59 stuks jongvee. Het normbedrag per koe is € 900,-, voor jongvee
is dit € 550,-.
Bereken de post aanwas voor dit jaar.