Inleiding:
We hebben in de vorige leereenheden geleerd wat opbrengsten en kosten zijn; wat saldo is en wat het verschil is tussen toegerekende en niet toegerekende kosten.
We gaan nu gebruik maken van een begrotingsprogramma,zodat we al deze berekeningen niet meer handmatig uit hoeven te voeren.
Om te begrijpen welke rekenregels die programma hanteert, gaan we in deze leereenheid een aantal oefeningen doen.
Opdracht:
Open de begru Oostmelk:
Voorbeeld:
Ga naar het tabblad "bedrijfsgegevens" en plaats de cursor op cel E32. Je ziet dan bovenin een formule E28/ E14.
E32 is nl het aantal koeien per ha. E 28 is het aantal koeien en E 14 is het aantasl ha's. Door deze te delen krijg je het aantal koeien per ha.
Zelf doen:
Schrijf van onderstaande cellen de formule op (bv E28/E14) en doe dit ook in woorden (bv aantal koeien/aantal ha's)
Tabblad bedrijfsgegevens:
E53
Tabblad saldo
L 10
J22
L38
H6
I6
M25
M29
M39
M6
J24
K15
Tabblad werktuigen
G7
H45
D47