3.2 Begroten

Bij het maken van een begroting bereken je de kostprijs. Hierop baseer je de prijs voor een offerte of inschrijving. Je rekent precies uit wat de verschillende werkzaamheden kosten.
Dit doe je metbehulpvan een begrotingsformulier, waarin de volgende kolommen staan:
- Nummer;
- Werkomschrijving;
- Eenheid;
- Hoeveelheid.

- Arbeid:
- Arbeidsloon;
- Produktie (eenheid/uur);
- Aantal uren;
- Kosten.

- Machines:
- Soort machine;
- Produktie (eenheid/uur);
- Aantal uren;
- Kosten draaiuur;
- Kosten.

-Materialen:
-Soort materiaal;
-Hoeveelheid;
-Prijs eenheid;
-Kosten.

-Totale kosten.

Toelichting op de kolommen
Nummer
Hierin zetje het rangnummer van de werkomschrijving.

Werkomschrijving
Hierin zet je de handeling, de bewerking, met zonodig een korte aanduiding van de gebruikte methode en een toelichting hierop. Je kunt het best gebruik maken van de rubriek en werkomschrijving waaraan tijdsnormen zijn gekoppeld. Een onmisbaar hulpmiddel hierbij is het door IMAG opgestelde boek: 'Het Groene Boek'. Hierin vind je de tijdnormen voor aanlegwerkzaamheden logisch achtereenvolgens vermeld. Door systematisch uit de kolom werkomschrijving te kiezen voorkom je dat er snel iets vergeten wordt. Als ervoor een bepaalde werkomschrijving geen IMAG-normen zijn, schat je zo goed mogelijk de tijd die ervoor nodig is. Welke werkomschrijving je kiest hangt af van:
- De inventarisatie;
- Het beschikbaar budget;
- Het beoogde doel;
- Keuzemogelijkheid van machines.

Eenheid
Hier wordt de grootheid gegeven waarop de tijdnorm betrekking heeft. Dit is uitgangspunt voor de berekening van de produktie. De grootheid moetje aangeven in:
- Vierkante meters m2;
- Strekkende meters m1;
- Stuks st.

Hoeveelheid
In deze kolom staan de hoeveelheden vermeld van de uitte voeren werkzaamheden. De hoeveelheden moet je aangeven in getallen.

De werkomschrijving wordt achtereenvolgens in drie hoofdrubrieken onderverdeeld: Arbeid, Machines en Materialen.

Arbeid:
- Arbeidsloon.
Hier wordt het gemiddelde uurloon vermeld dat voor deze groep van toepassing is. Er wordt gerekend met een gemiddeld uurloon per groep, bijvoorbeeld voor groenvoorzieners, straatmakers. In dit uurtarief zijn naast het bruto CAO-loon en de sociale lasten ook kostenposten opgenomen die met het werk te maken hebben, zoals kosten voor auto en werkkleding.

- Produktie (eenheid/uur).
Deze kolom kun je direct aflezen uit Het Groene Boek. Deze is afgeleid van de tijdsnormen die aangeven hoeveel minuten je over een bepaalde eenheid (bijv. 100 m2) doet. Aangezien je bij het begroten uitgaat van uren is het makkelijker te werken met de kolom produktie. Deze geeft aan hoeveel eenheden je in één uur kan verwerken. Is de eenheid 100 m2 en staat er bij produktie 0.6, dan kan er 60 m2 per uur verwerkt worden.

- Aantal uren.
Door de hoeveelheid te delen door de produktie, krijg je het aantal uren. In de rubriek werkeenheid van Het Groene Boek staat soms vermeld met hoeveel personen de klus geklaard moet worden. De prestatie, die per uur geleverd kan worden is daar van afhankelijk. Als er bijvoorbeeld staat: twee man, vermenigvuldig dan het aantal uren met twee.
Deze rond je af op kwartieren en wel als volgt, 0.25,0.50 of 0.75. Op deze manier kan je makkelijk optellen tot hele uren.

- Kosten.
Door het totaal aantal uren te vermenigvuldigen met het arbeidsloon, krijg je de kosten van de arbeid. Houd de verschillende loongroepen wel gescheiden.

Machines:
- Soort machine.
In de rubriek werkomschrijving staat met welke machine het werk uitgevoerd wordt. Bij werkeenheid in Het Groene Boek staan de personen, bijvoorbeeld machine en bestuurder.

- Produktie (eenheid/uur).
Gebruik hiervoor ook de kolom produktie (eenheid/uur) van Het Groene Boek. De produktie per uur is sterk afhankelijk van het type machine, een hydraulische graafmachine met een bakinhoud van 1.000 liter spit bijnatweemaal zo snel als een met een bak van 500 liter. Een grote machine is niet overal inzetbaar. De keuze hangt van veel factoren af, zoals grootte object, grondsoort en draagkracht van de grond.

- Aantal uren.
Door de hoeveelheid, die door de machine bewerkt moet worden, te delen door de produktie per uur krijg je het aantal uren. Dit noem je ookwel draaiuren.

- Kosten draaiuur.
Elke machine heeft z'n eigen uurtarief (machine-uurtarief). Bij deze prijs is het arbeidsloon van de bestuurder inbegrepen, tenzij je uitdrukkelijk alleen de machine wilt huren.

- Kosten.
De machinekosten worden berekend door de tijdsduur te ver¬menigvuldigen met de kosten per eenheid.

Materialen:
- Soort materiaal.
Alle materialen, die nodig zijn voor de aanleg worden hier vermeld. Niet al deze materialen vind je later in de tuin terug. Zo zijn de kosten van containerhuur en piketten kosten voor tijdelijke voorzieningen. Voor de beplanting verwijs je in deze begroting naar de beplantingslijst of bestellijst.

- Hoeveelheid.
Hier wordt de hoeveelheid vermeld in de eenheid waarin het produkt geleverd wordt. Staat er bijvoorbeeld in de eerste kolom de verharding aangegeven in m2, maar worden de tegels per stuk geleverd, dan moet je dit omrekenen. Houdt daarbij rekening met breuk en andere factoren die de hoeveelheid kunnen beïnvloeden.

- Prijs per eenheid.
Dode en levende materialen koopje in voor een bepaalde prijs, jouw inkoopprijs. Boven op deze prijs komt een bepaald opslagpercentage dat afhankelijk is van vele factoren, o.a risico, inboetplicht, exclusiviteit/verkrijgbaarheid. Het opslagpercentage varieert bij levende materialen tussen de 45-100 en bij dode materialen tussen de 30-50. De uiteindelijke verkoopprijs is dus sterk afhankelijk van dit opslagpercentage. Hier gaan we uit van de verkoopprijs. De verkoopprijs is de inkoopprijs plus een bepaald opslagpercentage.

- Kosten.
Door vermenigvuldiging van hoeveelheid met de prijs per eenheid worden de totale materiaalkosten berekend.

- Totale kosten.
De totale kosten vind je door de kosten van arbeid, machines en materialen bij elkaar op te tellen.