1.1 Algemeen

In 1985 heeft het Bosschap de ‘Richtlijnen voor het meten en indelen van inlands rondhout ' opgesteld. Aanleiding daarvoor waren aanpassing aan nieuwe inzichten en de zorg voor aansluiting op de EG-richtlijnen van 1968 die met het Landbouwkwaliteitsbesluit van 1973 in Nederlandse wetgeving waren geïmplementeerd. Aan de Bosschapsrichtlijnen van 1985 ging al een versie vooraf (1960). Steeds was het doel te komen tot een uniforme en controleerbare indeling en meting ten behoeve van de houtverkoop. Belanghebbenden beschikken dan over betrouwbare informatie . Immers, voor de vaststelling van de hoeveelheid is een uniforme meetmethode essentieel en voor het vaststellen van de hoedanigheid is een uniforme kwaliteitsindeling onmisbaar.

De richtlijnen zijn verplicht van toepassing op rondhout dat word t verhandeld met de aanduiding ‘volgens de EG normen ingedeeld’. Maar men is vrij om niet – volledig – volgens deze EG-richtlijnen in te delen en te meten. Het is dan aan te bevelen afwijkingen ten opzichte van de EG-richtlijnen schriftelijk aan te geven. Voor de Nederlandse praktijk verdient het aanbeveling om gebruik te maken van de uniforme meetmethoden die zijn beschreven in de Bosschapsrichtlijnen 2002.