Leesstrategie
In deze leereenheid leer je wat een leesstrategie is en welke er zijn. Ook leer je wanneer je welke leesstrategie kunt toepassen.
Verken je tekst voordat je erop aanvalt
Na deze leereenheid begrijp je hoe een tekst is opgebouwd en weet je hoe je snel het onderwerp van een tekst kunt vinden. Je kunt dan snel kiezen of je de tekst dan helemaal moet lezen of niet.
Krantenkoppen
Wat is het doel van koppen in de krant? Hoe herken je ze en hoe maak je ze.
Goed ingeleid!
Na deze leereenheid kun je de inleiding herkennen van een tekst of programma. Je kunt snel de belangrijkste informatie van een tekst vinden, en kunt ook zelf een goede inleiding schrijven.
Alles draait om de kern
Je leert wat de kern of het middenstuk van een tekst of programma is en hoe je die kunt herkennen. Het nut hiervan? Je weet beter waar de tekst of het programma echt begint.
Tekstopbouw: het slot
Na deze leereenheid weet je wat er in het slot van een tekst kan staan. Je kunt het slot van een tekst herkennen en ook zelf een goed slot schrijven.
Formuleer het doel van je tekst
Wat wil je bereiken met je tekst? Wat is je doel? In deze les leer je het verschil tussen de tekstdoelen: informeren, amuseren, overtuigen en tot handelen aansporen.
Tekstsoorten herkennen
We leven in een wereld van taal. In die wereld zijn teksten heel belangrijk. Welke soorten teksten kun je onderscheiden? In deze leereenheid leer je er meer over.
Vlieg er eens uit met internet
In deze leereenheid leer je hoe je informatie op internet kunt opzoeken en vergelijken. Je gaat dit ook toepassen in een praktijkopdracht
Ik ben de beste
Wat is een feit en wat is een mening? In deze leereenheid leer je het verschil tussen subjectieve en objectieve teksten.
Feiten en meningen verwerken
Leer hoe je feiten en meningen kunt verwerken in een eigen tekst.
Verwijswoorden
Het gebruik van verwijswoorden voorkomt onnodige herhalingen in je tekst.
Publiek herkennen
Je leert hoe er rekening gehouden wordt met het publiek bij het maken van een programma of tekst.