Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) en beoordelen is het beoordelen van leeruitkomsten ongeacht in welk (type) leertraject deze leeruitkomsten zijn ontwikkeld. Bij leerwegonafhankelijk toetsen liggen de leeruitkomsten vast en kan de weg daar naar toe, de leerweg, verschillen (Klarus, 1998). Dat betekent dat de toets wordt ontwikkeld op basis van de leeruitkomst en niet op basis van het (gegeven) onderwijs. In de adviesnotitie van Rinnooy Kan (bron) wordt het werken met leerwegonafhankelijke toetsing en beoordeling op basis van leeruitkomsten gezien als succesfactor en behulpzame randvoorwaarde voor flexibilisering. De leeruitkomst ligt vast. De leerweg die de student aflegt, naar het behalen van die leeruitkomst toe, is flexibel en niet afhankelijk van het onderwijsprogramma, specifieke lessen of opdrachten. Studenten leren tijdens hun werk, zelfstandig aan de hand van eigen gekozen en/of in leerarrangementen ter beschikking gestelde onderwijsmaterialen en literatuur en contactmomenten. Door leerwegonafhankelijke toetsing wordt tegemoet gekomen aan gepersonaliseerd leren.
Kaders voor LOT:
LOT bevat geen inhouden die alleen in het onderwijs worden aangeboden. LOT staat los van het volgen van lessen;
De beoordelingsformulieren en de daarin opgenomen beoordelingscriteria zijn in lijn met de leeruitkomst en de toetscriteria;
LOT en de daarbij behorende toetscriteria zijn vooraf bekend en mogen geen ‘verrassing’ voor de student zijn;
Er zijn geen tussentijdse overlegmomenten of producten die voorwaardelijk zijn voor het afleggen van LOT;
Een LU kan met behulp van beroepservaring of werkervaring worden gevalideerd of worden vastgesteld met een daarbij passende LOT;
De benoemde examinatoren voor het LOT zijn toetsbekwaam om het deel van het palet van toetsvormen waarvoor zij zijn aangewezen, te kunnen ontwikkelen en beoordelen;
LOT kan op meerdere momenten, in overleg met de onderwijsinstelling, worden afgenomen;
Afhankelijk van de leeruitkomst en criteria zoals studeerbaarheid en flexibiliteit (vanuit het perspectief van de student), en organiseerbaarheid, beheersbaarheid en betaalbaarheid (vanuit het perspectief van de organisatie), wordt de toetsvorm vooraf bepaald of kan de student, in overleg met de onderwijsinstelling een bij het toetsniveau horende toetsvorm bepalen.
Miller, G.E. (1990) The assessment of clinical skills/performance.Academic Medicine, 65(9), S63-7.