2H04.H .................................................................................................................
Voor het maken de de opdrachten heb je een werkblad nodig.
Je krijgt dat van je docent of je download het hier.
1 | ![]() |
Acht figuren |
Op je werkblad staan 8 figuren.
Bepaal van elke figuur de omtrek en de oppervlakte. Waar dat kan met behulp van een formule, moet je dat ook doen!
Geef in op je werkblad duidelijk aan welke hulplijnen je gebruikt hebt, welke lengtes je hebt gemeten en schrijf duidelijke berekeningen op.
2 | ![]() |
Zes figuren |
Op je werkblad staan 6 figuren.
Bereken van elke figuur de omtrek en de oppervlakte.
Geef duidelijk in/bij de figuren aan welke lengtes je gebruikt en teken, waar nodig, ook hulplijnen.